Maandag 21 april

Voordat we vertrekken, maken we ons huisje schoon en leeg. Iedere keer als ik buiten kom, ruik ik de zilte zeelucht, heerlijk.

We rijden naar Edam. Jammer genoeg begint het wat te regenen, maar niet erg genoeg om ons tegen te houden een kleine wandeling door het schilderachtige stadje te maken. Het is er gezellig en ontzettend mooi. We drinken koffie in het Damhotel, dat in de 17e eeuw een boterhal was. Handelaren die van ver kwamen, konden daar overnachten. Ook nu is het nog een hotel en het ziet er heel bijzonder uit. Er hangen overal schilderijen en er staan veel standbeelden. Als ik de folder zie, bedenk ik dat ik hier wel eens zou willen overnachten.

We rijden verder via Volendam. We kunnen het centrum niet goed vinden en eigenlijk vinden we dat ook niet zo erg. De laatste keer dat we er waren, viel het ons nogal tegen, we rijden liever door naar Monnickendam. In tegenstelling tot Edam is het hier erg stil. Het weer speelt misschien ook een rol? Ook hier bekijken we de belangrijkste dingen en nemen een lunch.

Om de dag af te sluiten rijden we nog naar Durgerdam. Het plaatsje kwam ter sprake en José vertelde dat hier een broer van een overgrootmoeder van haar heeft gewoond. Goede reden om een kijkje te nemen. Wij kennen het nog van een eerdere fietsvakantie. Niet te geloven dat dit bij Amsterdam hoort, het ademt een totaal andere sfeer uit. We hebben de auto op een parkeerplaats gezet en we wandelen het dijkdorp door. Er is nog een toren die wel ‘kapel’ wordt genoemd, maar eigenlijk een voormalig raadhuis en school is. Het is inmiddels droog geworden en een waterig zonnetje vergezelt ons op dit laatste uitstapje.

Dan rijden we naar huis, we brengen José thuis en rijden zelf om 18:00u onze straat in. Netjes op tijd voor onze generale repetitie.