15 mei dinsdag

Vandaag moeten we opnieuw in de auto, maar is het veel minder saai dan gisteren. We rijden van Québec-City, langs de St-Lawrencerivier naar het noordoosten, naar Tadoussac. De weg langs de rivier heeft steeds mooie uitzichten en we komen door allerlei leuke dorpjes. We zien al gelijk een mooie waterval, maar om daar te komen moeten we terugrijden. Ik lees in mijn boekje dat er een heel park omheen ligt. Daar hebben we nu geen tijd voor, nee, geen watervallen vandaag.

Al vrij snel komen we bij Beaupré. Dat is één van de meest gewijde plaatsen van Canada. In 1650 kwam een groep schipbreukelingen hier aan land en beloofde een kapel te bouwen ter ere van de H. Anne, de beschermheilige van drenkelingen. Nu staat er een grote basiliek die jaarlijks 1,5 miljoen bezoekers trekt. Vandaag is het er heel stil (het is nog vroeg) en we kunnen ongestoord naar binnen lopen en alles bekijken. Het is een prachtige kerk met veel, mooi mozaïek. Onder de kerk zijn nog twee kapellen, één Mariakapel en één kapel voor de heilige Anna. Het is een waar bedevaartsoord, maar wij bekijken alleen maar de basiliek en rijden weer verder.

Langs de weg waar we nu rijden is een boreaal woud. Ja, ik moest het ook even opzoeken hoor. Er ligt zelfs nog een beetje sneeuw. Het is een zone met moerassige vlakten, meren en voornamelijk naaldbossen gemengd met geharde bomen, die in de winter kaal worden zoals berken en wilgen. Een soort oerbos. Hier staan ook steeds waarschuwingsborden voor groot wild, zoals elanden. Het groeiseizoen duurt er maar 130 dagen, de rest van het jaar vriest het er.

We stappen nog even uit in Baie-Saint-Paul, een lief plaatsje met mooie oude huizen. Picknicken doen we aan een picknicktafel aan de rivier. We hebben eerder op de dag brood gekocht en een bakje salade. Natuurlijk een beker koffie bij de benzinetank waar we onze auto van de nodige brandstof moeten voorzien. Hij rijdt één op tien, maar gelukkig is hier de benzine goedkoper dan in Nederland.

Om halfvier zijn we bij ons Hotel Tadoussac. Het is een plaatje om te zien, het lijkt wel een kuuroord. Ook het plaatsje Tadoussac is lieflijk en zeer rustig. In tien minuten ben je het doorgelopen, dus geen lange stadswandelingen vandaag. We zitten langs het water nog wat te lezen in een mager zonnetje en als het echt te fris wordt, maken we nog een wandeling langs de kliffen, met uitzicht op het water, waar dolfijnen, vinvissen en walvissen zouden moeten leven. Nee, we zien natuurlijk niets, morgen beter?

We kiezen er vandaag voor om in het restaurant van het hotel te eten. Het is werkelijk ‘haute cuisine’ en we smullen van het heerlijke maal in de prachtige zaal. Een feestje voor twee.